Friday, May 28, 2004

REVOLTE

opgebaard onder een gescheurd plafond
tussen deurstijlen die elkaar overschilderen,
is het ergste feest van sterven geleden.
ik schuw elk medeleven als vocht in de muur.

mijn vader, man uit één stuk, deel ik met niemand.
de ivoren oogbal onbeweeglijk naar binnen,
de baardcellen met een late reactie, de buren
die nog later condoleren: "we wisten het niet."

jammer, de offergang doen we niet meer over!
we dragen onze schamelheid geen tweede maal
uit. we leven verkleind verder. moeder klampt zich
vast, warmt zich aan een kaarsvlam in de kerk.

ik echter weet dat enkel kankercellen eeuwig
leven. niemand neemt deze bitterheid van
mijn tong. wie mijn geheim schendt zal ik slaan.
ik wil verdrinken in waterdicht zwijgen.

MARK MEEKERS

uit: NETWERK, de beste gedichten van het internet, samensteller Erwin Van De Vijver, uitgever: Aurelius Publishing, Lede, 2001, p. 20 .
Het gedicht is eveneens te lezen op de website van Mengmettaal, www.mengmettaal.org
Werden eveneens geselecteerd: Lieve Desmet, Germain Droogenbroodt, Marc Naessens, Jeanine Hoedemakers, Joop Leibbrand e.a.

JOS SMEYERS, ART.: FIERE MARGRIET IN DE DICHTKUNST

Jos Smeyers gaf een overzicht van de dichters die een vers aan de heilige Fiere Margriet wijdden: o.a. Een achttiendeeeuwse anonymus, Prudens VanDuysse, Michel Van der Plas, Karel Vertommen, Mark Meekers, Lieve Devijver, Guido Cloet, Roger Limbourg en Jos Stroobants.

Over MARK MEEKERS schrijft hij:
"Mark Meekers, pseudoniem van Marcel Rademakers (Blaasveld 1939), is plastisch kunstenaar, dichter en romancier. Hij publiceerde talrijke dichtbundels, waarvan de inhoud meermaals naar beeldende kunstenaars en hun oeuvre verwijst, en werd al talloze malen gelauwerd. Hij is stichter-voorzitter van het Leuvense dichterscollectief Mengmettaal.
In zijn Fiere Margriet, geïnspireerd door het beeld van beeldhouwer Willy Meysmans (hoek Muntstraat/Tiensestraat, Leuven), slaagt hij erin het oude verhaal in een actuele, vernieuwende toonaard om te zetten. De creatieve beeldspraak laat de plastische kunstenaar achter de dichter vermoeden, de sterk muzikale taalbehandeling verraadt een authentiek dichter."

Jos Smeyers, art: Fiere Margriet in de dichtkunst, in: Fiere Margriet van Leuven, Eeuwenoud - Eeuwiglevend, uitgeverij Peeters, Leuven 2002, p.92-116.

Thursday, May 27, 2004

FIERE MARGRIET

bij een beeld van Willy Meysmans

de duisternis kreeg wurgende handen.
de aarde werd vochtig van uitgelopen wijn.
tussen de resten van een kruik, een offer-
dier, een jong leven aan scherven, begraven

in de bedding van de rivier. tot de moer-
grond zijn greep loste, zij door de lissen
in het licht werd getrokken. schaars gekleed
in haar witzijden huid, leek ze een engel

tussen de zwanenvleugels drijvend naar
de bron, stroomopwaarts van elke logica.
een kapel waakt met gouden kaarsvlammen
over deze huiver voor iets oerzuiver.

gewikkeld in een mantel van brons, blijft
zij nog eeuwen onder ons, springlevende
gisant: wonder voor wie er oog voor heeft,
verwondering voor wie ze een vreemde
eend blijft in de bijt van deze blinde tijd.

MARK MEEKERS
uit: M. Smeyers - Gilbert Huybens, FIERE MARGRIET VAN LEUVEN, Eeuwenoud - Eeuwiglevend, uitgeverij Peeters, Leuven 2002, p. 104-105, kleurenill.

SINT-MICHIELSKERK (LEUVEN)

op zeven trappen was de eeuwigheid van weleer
gebouwd. ooit leidde het wandelpad van het licht
hierheen. wat pleister was tegen angst is
nu trekpleister voor duiven en toeristen.

geloof verloor de vleugels, zekerheid haar
truwelen. heimwee schilfert van de muren.
boeken nemen geen blad voor de mond,
kijken vanuit de vitrines toe hoe. wolken

plooien hun vouwbladen uit. de façade
zet nog steeds een hoge borst. kandelaars
zwaaien met hun vlam. in de bazuinen
van de engelen stolt de laatste ademstoot.

een bronzen vrouw, op een voet die slaapt,
ziet hoe gebeden, die in de gewelven ver-
bleekten weer opfleuren in de bloesems aan
het appelaartje en het geheim van de geliefden.

MARK MEEKERS
uit: Mijn Lust en mijn Leuven, uitgave: Mengmettaal, Leuven 1998, p. 7

Wednesday, May 26, 2004

OM TE STELEN

OM TE STELEN, gedichten voorbij het wachten, uitg.: Mengmettaal, Leuven, april 2004, 27 p., ill.
Bernard de Coen verzamelde gedichten die het wachten op de dokter draaglijk kunnen maken: "… Je bent net de wachtkamer binnengetreden en er zijn nog x wachtenden voor jou, om nog te zwijgen over de tijd die wie nu aan de beurt is zal verbruiken…"

Met poëtische bijdragen van o.a. Arno Kerkhofs, Mark Naessens, Gerda De Preter, Lieve Desmet, Bernard de Coen, Ivo A. Dekoning, Lieve Devijver, Anne Wiering, Luc Vandeborght, Cyriel Gladines en
MARK MEEKERS, waarvan dit culinair gedicht:

VAN DE KOOK

wij celebreren het eerste avondmaal.
uitgelaten licht acrobatisch op de rand
van de glazen. ik kan je niet ontwennen,
het hartstocht tussen ons. ik ben je mond-

jesmaat, deel zoen en truffel als voorafje.
en na de streling binnenin, het strelen
buitenom. er groeit in mijn mond een
vuriger tong, diepere honger: ik mag je

graag met hart en maag. je bent mijn
tafelgenoot, volmaakt verleden tijd van
genieten. achter je ogen sla je aan
het zingen. ik raap de hoge noten samen

tot muziek, zet een gelukssleutel op je
partituur. aan de achterdeur luisteren wij
naar het smelten van de eerste sneeuw in
water, klappen kokmeeuwen in de vleugels.

Tuesday, May 25, 2004

HET PARFUM VAN DE ANDER

Digitale dichtbundel in het kader van Antwerpen Wereldboekenstad 2004, samensteller F. Vermeulen, 2004, 37 p.
Van MARK MEEKERS werd geselecteerd (p.7):

TRANSIT

verwelkomd met een matrakslag in de nek,
de ogen op blanke maskers stukgekeken,
doodgelopen op een wildernis van eenzaam-
heid, biedt dit Westen van barbies en witte

pausen hen slechts zwarte sneeuw. kerkdeuren
springen wijdarms open, tabernakel op slot.
zij tonen gestriemde ruggen als schuldbrieven
uit koloniale tijden, geloofsbrieven in toekomst

en krijgen het mooiste handje terug. euromunten
rinkelen met de klank van hún koperen ondergrond.
nog bestaan ze niet op papier, zoekt de bediende
de juiste stempel voor een schaduw, een paperclip

voor een schim. een vliegtuig neemt hen onder
zijn vleugels. weg uit dit koninklijk Flaterland.
op de tarmac neergestreken, fluiten kogels hen uit,
wordt het woord honger op het tandvlees gemalen.

Friday, May 14, 2004

OH WHEN THE SAINTS (POETRY)

Abu Ghraib, april 2004

things were fine and fun:
R & R, the Falluja way.
pictures for the home front. smiling
prison guards captured in a flash,

as if touched by a feather. how the light
was bent in favour of their dark practises.
naked bodies neatly piled up, touching
each other, fornicating. those who didn’t

grasp their first crush course in democracy
could mumble Allah instead. they bent over
for ladies with stars and stripes, sergeants
engulfed by patriotism and penis envy,

shams implanting shame in them, shams
who burned their souls with cigarette marks.
America’s Highest found them to blame
because war without morals must be horrific!

MARK MEEKERS (translation: LAURENS RADEMAKERS)

VOORBIJ (VERZAMELBUNDEL)

VOORBIJ, gedichten over vergankelijkheid en (eeuwig) leven, uitgave: Mengmettaal, Herent-Leuven, 2003, 28 p.
Mark Meekers selecteerde voor deze bloemlezing 23 gedichten van de auteurs Lieve Devijver, Mark Naessens, Herman Rohaert, Karel Sergen, Mark Meekers, Gerda De Preter, Reine Wellens, Danny Rega, Luc Vandeborght en Arno Kerkhofs.

"...Deze verzen zijn geen doorslag of parafrase van gekende klassieke doodsgedichten, geen zeemzoete, afgeborstelde strofen, die de sociale functie van troost vervullen. Algemeen geldende waarheden en clichématige verwoordingen ontbreken.
De bundel bevat een aantal convergerende en uiteenlopende benaderingen van het ultieme mysterie, dat al dan niet zingevend is voor het collectieve en individuele leven. Twijfel, sarcasme en brede uithaal staan naast intiem verwerkingsproces.
In het licht van de dood wordt veel aards bestaan gerelativeerd. Naast berusting, verwachting, klinkt heel wat onzekerheid, onbegrip, ongeloof, revolte, opstandigheid en soms opstanding in de regels door."
Uit de Inleiding: "Ik heb een zwarte kaars gekocht".
MARK MEEKERS

Thursday, May 13, 2004

EINDWERK

op wat boven hun stand levende eicellen
na nauwelijks íets en toch angstiger dan
doodsbang om dit ei zo na te verliezen. dit
affectief minimum, opstandig denkzaad.

deze grijze speldenkop erbij neer te moeten
leggen onder het waakzaam oog der sterren.
duizelend voor de blanke eiderdonslawine
van het kussen, kristal op breekbare voet.

als men in mij ingrijpt, littekent, vooral
als men overrijpe druiven schenkt en geen
al te dure bloemen, als ik alleen nog
spaarpot van pijn kan zijn, spaar je pallia-

tieve spuit, gekkebek. dood is irreversibel:
gepluimde fazant plak je geen tweede keer
de veren aan. ik wil niet aarden, dus rek me
tot brekenstoe tot ik met de ganzen trek.
----
Het gedicht "Eindwerk" werd gepubliceerd in VOORBIJ, gedichten over vergankelijkheid en (eeuwig) leven, uitgave: Mengmettaal, Leuven/Herent, 2003, p. 25

Tuesday, May 11, 2004

NIEUWE VERZAMELBUNDEL

MARK MEEKERS - LIEVE DEVIJVER, Pennentrekken, uitgave: Mengmettaal, Herent, 2004, 50 blz.

Mark Meekers stelde een nieuwe verzamelbundel samen voor het Vlaams-Brabantse dichterscollectief MENGMETTAAL.
Van elke geselecteerde auteur werd een korte biografische nota en een gedicht opgenomen. Je vindt er verzen van: Mark Bruynseel, Guido Cloet, Hannah Kuipers, Bernard de Coen, Gerda De Preter, Ivo A. Dekoning, Lieve Desmet, Lieve Devijver, Cyriel Gladines, Arno Kerkhofs, Paula Loeckx, Mark Meekers, Wim Menheer, Mark Naessens, Bruno Putseys, Danny Rega, Herman Rohaert, Karel Sergen, Lieve Thiebaut, Luc Vandeborght, Diana Van Quathem, Reine Wellens en Anne Wiering.

De bundel werd onder ruime belangstelling voorgesteld op 31 maart 2004 in het BEK-huis, Groot Park, Lovenjoel.

Het logo is van Marcel Rademakers, de grafische vormgeving van Bruno Putseys. De waardevolle inhoud en de gekartonneerde kaft met ringetjes maken deze uitgave tot een verzamelaarsitem (prijs € 1,32 verzendingskosten inbegrepen).

Monday, May 10, 2004

GEDICHT

Beste Lezer,
Een bepaalde tak van de mensenspecies (met de V.S.A als habitat) toonde verleden week hoe zij haar soortgenoten in de Abu Ghraib-gevangenis respecteert. Hun Super-Bonobo verdedigt zich met het argument dat dit "niet representatief" is... We moeten ons dus niet ongerust maken over een eventuele ontaarding van de soort.

LIEFS UIT ABU GHRAIB
24 april 2004

het ging er vrolijk aan toe: vogeltjes-
kermis op zijn Falludja’s. foto’s voor het
thuisfront. goedlachse cipiers in een on-
bewaakt ogenblik als met een ganzenveer

aangestreken. hoe het licht zich naar hun
duistere praktijken plooide, naakte mannen
op een hoopje geworpen, elkaar opwreven,
besprongen. wie die eerste les in democratie

niet begreep mocht Allah’s naam prevelen
zonder tanden. zij bogen voor de dames
die op hun strepen stonden, sergeanten
vergaan van vaderlandsliefde en penisnijd,

die hen schaamte als schimmel inplantten,
sigarettenpeuken doofden op hun ziel.
Amerika’s Allerhoogste gaf een blaam want
oorlog zonder moraal is toch verschrikking!