Friday, June 04, 2004

DUBBELGREEP

in een pakhuis van pijn, mummiemager,
rust Moeder, gewillige pop voor dokters.
het waait in haar hooofd, woorden stuiven.
bij elke ademtocht glijdt wat leven.

mijn hand vriest aan haar wang, waar het
jukbeen scherper steekt dan ooit. ik licht
mijn piepschuimen moeder op, schuif de po
onder het afgedragen bekken, dat mij baarde.

dadelijk streel ik ook jouw hemelllichaam,
waarin mijn zaad aardde, dadelijk breekt
stilte bij haar in, wast de schemering haar
gezichtje weg, vind ik datzelfde zweven in

beider mond, die vredigheid versuikerd op
de lippen. twee vrouwen in mijn hand,
om ter liefst: één aan het begin, één is het einde.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home